INSECTENCRISIS

ongewervelden en hun belang voor de gewervelden

Alle gewervelden (amfibieën, reptielen, vissen, vogels en zoogdieren) zijn voor hun voortbestaan afhankelijk van de ongewervelden (weekdieren, schaaldieren, insecten en andere geleedpotigen) en de flora. Dat geldt ook voor de mens.

Onze fauna kent ruim 26.000 soorten ongewervelden en daarvan is 85% een geleedpotige. Zij leven vooral in de kruid- en de heesterlaag. Dat zijn de openbaar groenlagen die doorgaans intensief en te floristisch worden beheerd. Onvoldoende kennis van de ongewervelden heeft ertoe geleid, dat de massa aan die dieren ernstig is afgenomen.

Samen met o.a. het gebruik van pesticiden, de monoculturen, de vermesting en de grondverdroging in het agrarisch gebied, heeft dat inmiddels geleid tot een erkende insectencrisis (ongewerveldencrisis). Het aanpakken van de genoemde oorzaken binnen de agrarische sector is een Rijksoverheidstaak. Maar als het gaat om het openbaar groen kunnen de lagere overheden direct aan de slag om het tij te keren.

Peter Bulsing (Amsterdam, 1952) Auteur van o.a.: 'Naar een natuurrijke tuin' en 'Openbaar groen; verantwoord ecologisch beheer'